Michael Dennis Donkers – Gute Nacht!

On the death of Mike Donkers, Michael Dennis Donkers

EINS ZWEI POLIZEI! DREI VIER BRIGADIER! FÜNF SECHS ALTE GECKS! SIEBEN ACHT GUTE NACHT! —- Ja-ja, was ist Lust, was ist das? Ja-ja, was ist Lust, was ist das?”, dondert het door LADADA, dé kroeg in Zeist, zo hard dat je de stomp in je middenrif voelt.

Eins Zwei Polizie

Het eindexamen is achter de rug, ik ben in het café van mijn schooltijd. Wij zijn allen goden; niemand kan beter zijn dan wij: wij zijn mooi, jong, gezond en hebben het officiële stempel dat wij het meeste beloven. Kortom, wij zijn goden.

Een gesprek met een oud-schoolgenote, 2011:
– “Kun jij je Mike Donkers nog herinneren?”
– “Jazeker.”
– “Ik heb nog met hem gezoend!”
– “Hahaha, ik óók!!”
– “Hij is dood… Aan leukemie.”
– “Hij is… dood?”
– “Allang…”


——————————————————————————————

Ergens, voorjaar 2011
Goede Mike! Gast!

Weet-je, ik kan het niet verdragen dat jij op internet maar één hit hebt! Jij hebt meer verdiend! Internet, je zult het daarboven misschien wel gemerkt hebben, is iets wat de afgelopen 20 jaar een reuzensprong heeft genomen. Wij praatten vóór 1999 nog “gewoon” door de telefoon met elkaar, als je iets wilde zeggen; nu schrijf je elkaar elektronische briefjes – nee, het is geen vooruitgang.

En mensen hebben nu een pagina op dat internet, voor zichzelf of voor hun beroep; een soort eigen bord aan de straat, waarop dan hun naam staat. IJdelheid allemaal natuurlijk. Maar goed, als je dan een term invoert in een “internetzoekmachine”, laten we zeggen het internet-telefoonboek, dan zie je vanzelf alle treffers met  die ene  bepaalde term.  Prachtig mooi…

Máár!, als ik nu, anno 2011, jouw naam als zoekterm invoer, vind ik maar één treffer en die verwijst naar jouw grafzerk. Dat is nogal rauw en tamelijk onterecht. Je hebt veel meer gedaan. Je hebt mensen ontroerd, je hebt gefeest, je hebt eindexamen gedaan. En niet lang ná dat eindexamen –goden waren wij– heeft jouw lichaam het opgegeven, zo blijkt, zo hoor ik. Dat doet pijn.

NOU! Dat ene ding ga ik éven hierbij goedmaken! 🙂
(Oh ja, dat ding daar heet een “smiley”– we zijn in een kinderachtige tijd aanbeland) Hierbij je tweede treffer in het internet, zodat de vluchtige computermensjes van nu ook zien dat je echt “in den vleze” geleefd hebt, zonder dat je zelf die ellendige profielen op Hyves of Facebook hoeft aan te maken.

De mededeling van jouw dood kwam voor mij wat later; je bent te vroeg overleden. In mijn herinnering zie ik je zó in  de Dorpstraat in Zeist, in Ladada, het café van hockeyend Zeist en omstreken. Als ik daaraan denk, zie ik ons, hoe wij elkaar een hand geven, met een grote glimlach, want wij zien elkaar toch weer. Op de hoek van de straat, ik draai in een auto naar links en door het raampje doen we een “boks”. “Heee gozer!” We zien elkaar toch weer? En dat was toen. 15 jaar zijn maar een handje dag-zeggen ver weg, als je je ogen dicht doet. Het is eigenlijk helemaal niks.

Lieve Mike, hierbij een foto van een feestje! Jij danst, omringd door meisjes, natuurlijk, natuurlijk.

Wil je alsjeblieft ervoor zorgen dat die klootzakjes daarboven dansen? Ik wil dansen, op Nirvana, natuurlijk, op Nirvana, én op Jim Morrison en ik ga Beaudelaire voordragen (die gasten vallen samen), maar als ze daarboven speakers hebben, zodat je een middenrif kunt laten bonken: “Eins, zwei, Polizei” – de sirene gaat in Ladada en we hebben allemaal een extra ronde.

Mike, ik zie je zo, een leven is maar klein, als je je ogen dicht doet. Wij zijn maar één handje van jou vandaan, dat weet ik zeker.

Wees omarmd, gutenacht! BOKS!
En vooral, bis Morgen!  🙂
Emile