Ideeën

Vrijwaring! Deze ideeën en stellingen gaan, net als Multatuli’s ideeën, over alles en niets. Ze zijn opgeschreven om het plezier en willen niet de wereld redden.

Idee 1 Over Multatuli’s eerste idee als slang
Idee 2 Over schunnig schertsdicht in potjeslatijn
Idee 3 Over China’s deficiëntie in democratie
Idee 4 Over de therapeutische werking van mattenkloppen
Idee 5 Over spiegeling, identiteit en Erik & Alice
Idee 6 Over supermarktaankopen en liefdeswensen
Idee 7 Over libertarisme en iemand van ’t erf afknallen
Idee 8 Over “iets communiceren” (dat kan niet)
Idee 9 Over googlere: googlo ergo sum
Idee10 Over drie dingen die doen vergeten
Idee 11 Over Barbies welverdiende dood
Idee 12 Over “getwitter”
Idee 13 Over motorrijders en hun helmenzang
Idee 14 Over villa’s in natuurgebieden
Idee 15 Over het symbolisch koningschap
Idee 16 Over de Ikea-invloed op het Leids Academiegebouw
Idee 17 Over Multatuli’s idee 104 inz. genialiteit
Idee 18 Over vertalen
Idee 19 Over uranium in Iran
Idee 20 Over het sociale medium “Facebook”
Idee 21 Over het simpele van het wegvallen van het het-woord
Idee 22 Over het lastige van het wegvallen van het het-woord
Idee 37 Over privatisering
Idee 38 Over onderwijs
Idee 39 Over cultuurbeknibbeling
Idee 40 Over denken in de politiek
Idee 41 Over de kaas en de Regering
Idee 42 Over de standenmaatschappij als staatsvorm
Idee 43 Over de restauratie van 1814/15 (Het congres danst)
Idee 44 Over de 20ste-eeuwse dictatuur als staatsvorm
Idee 45 Over de oligarchie als staatsvorm
Idee 46 Over de monarchie als staatsvorm
Idee 47 Over de directe democratie als staatsvorm
Idee 48 Over het voortplantingsgebod
Idee 49 Over het idee om zich ter hoogte van NL te vestigen
Idee 50 Over een standbeeld voor Julius Civilis
Idee 51 Over kassièrentaal
Idee 52 Over de blote hemel in de grondwet van 1815
Idee 53 Over een gepensioneerde paus
Idee 54 Over homo sapiens
Idee 55 Over het leven
Idee 56 Over gps-gestuurde gebedstijden
Idee 57 Over Kniertje en chocola
Idee 58 Over Kniertje en coltan
Idee 59 Over Kniertje en palmolie
Idee 60 Over de vergelijkende trap van “dood”
Idee 61 Over zindelijke buren
Idee 62 Over het geslacht van de liefde en de maan
Idee 63 Over het menselijk kenbare
Idee 64 Over de overschatting der ratio
Idee 65 Over knuffels als rouwbeklag
Idee 66 Over politieke soa’s
Idee 67 Over ten hemel schreiende woorden
Idee 68 Over het tragischte in het leven
Idee 69 Over bakvissen uit de rechtenfaculteit die jongelingen den asem nemen
Idee 70 Over de uitleg van het vluchtelingenverdrag
Idee 71 Over een bril tegen alles wat er te zien is
Idee 72 Over massapiëteit in festivalvorm
Idee 73 Over ongeestige webuitbarstinkjes
Idee 74 Over een kwijllied met de titel “Imagine”
Idee 75 Over de overschatting van Wikipedia
Idee 76 Over falende natuurbescherming
Idee 77 Over Kerst in Nederland
Idee 78 Over pseudopiëteit en bovenmatige religiositeit
Idee 79 Over het politieke toneel
Idee 80 Over de neushoorn en domme mannetjes
Idee 81 Over ’s mensen gespletenheid
Idee 82 Over politieke correctheid
Idee 83 Over de verdommende werking van sociale media
Idee 84 Over het woord “participatiesamenleving”
Idee 85 Over het delict belediging
Idee 86 Over de NOS-redactie en de VIVA
Idee 87 Over de wij-ziekte
Idee 88 Over de Europese Raad als anomalie
Idee 89 Over het afstorten van radioactief afval in de zee door Frankrijk en Groot-Brittannië en de daaruit toekomstig voortvloeiende vorderingen op grond van schadevergoeding, ook al is het dan te laat
Idee 90 Over het stemrecht voor hopelozen
Idee 91 Over religieuze atheïsten
Idee 92 Over ongezellige dieren
Idee 93 Over het nieuws

Idee 1
Multatuli’s eerste idee is een zesledig dreinig doordenkertje:
“Misschien is niets geheel waar, en zelfs dát niet.”
Zesledig is het in de volgende elementen:
1. misschien;
2. niets;
3. geheel;
4. waar;
5. dát;
6. niet.
Het is nooit sterk om een stelling met “misschien” te beginnen: vele dingen kunnen misschien ooit wel eens voorkomen. Misschien komt Majesteit morgen thee bij me drinken -ik ben blij dat ik goede thee in huis heb- of misschien zal ik ooit de staatsloterij winnen, word ik gelauwerd en krijg ik mijn eigen palmeneiland in de Stille Zuidzee. Misschien! Je weet het maar nooit, zeggen de mensen dan. Juist daarom is “misschien” misschien wel eens sterk in een stelling, maar dan is het toch zeker een vluchtweg: ik zeg niet dát het zo is; het kán, misschien, ooit nog wel, als Pasen en Pinksteren op een dag vallen, ach ja… Zinnig is “misschien” in een stelling niet.
Dan schermt Multatuli met de begrippen “niets” en “geheel”, welke begrippen, naar de lezer aannemen mag, in tegenstelling tot “alles” en “gedeeltelijk” staan. Als niets in zijn geheel iets is, en alles niet iets is in al zijn gedeelten, valt er ook niets op tegen te werpen: dat is geen flauwe vluchtweg meer, dat is een onweerlegbaar gesloten vesting die elke aanval afslaat: ik zeg niet dát het helemáál zo is, het is gedeeltelijk zo en zó is het helemaal in gedeelten. Dan het begrip “waar” in de zin van “waarheid bevatten”. Tsja…, dáárover hebben de oude Grieken nagedacht, waaraan met vernuft Kant nog een kritisch puntje aan gedacht heeft. Als een stelling in zich ontkent dat ze waar is, is ze geen stelling meer en valt er ook niets meer op af te dingen. Als ze daarentegen onweerlegbaar waar is, ook niet.
Dan de laatste retorische knaller: het idee ontkent zich zelf! Dat kan nooit: dat lijkt op het liederlijk kind dat roept dat het een keertje altijd meer welles roept dan jij nietes. Als de lezer nu nog dacht, iets tegen Multatuli’s eerste idee in stelling te willen of kunnen brengen, vergeet het! Het is dan ook geen stelling maar een idee. Een burlesk idee met bulderlach.
Idee 2
Schunnig schertsdicht in quasi-Latijn komt voort uit jeugdige joligheid. Deze onschuldige schunnigheid, veelal perianaal gericht, wil het lyrische geschut van antiburgerlijke jongmensen zijn. Twee voorbeelden: Het eerste uit de negentiende eeuwse vaderlandse studentenwereld, het tweede uit een geestelijk lied van W.A. Mozart. In “Braga”, het letterkundig studentikoos schotschrift onder redactie van Anthony Winkler Prins uitgegeven, laat J.J.L. ten Kate in “De installatie van het nieuwe lid” de praeses de novitius vragen:
Praeses: …..Quid promittis facere?
Novitius: Me metipsum adorabo, Vos vestraque gatlikkabo,
Om den wille van het smeer! (sic!)
Et pro symbolo kiezabo: “Lik-je mij, ik lik-je weer!”

De praeses is deze wederkerige liefdesverklaring een welgevallig antwoord want als hij hem een “membrum nuntio nostrorum clubsiae” heeft genoemd, schenkt hij hem: Jus bluffandi, Arrogandi, Adorandi Te et Nos; Procreandi Prullilos; Flagellandi Optimos! – Waarna hij de leden en de noviet om de tafel laat dansen onder het aanheffen van het verheven lied “Hei, ’t was in de Mey! / In de Mey, in de Mey, / In de Mey, ei, ei, / Ei, ei, ei, ei, ei.”
De lezer vindt deze scène op bladzijde 78 en 79 van: Braga. Dichterlijke mengelingen. Uitgegeven door een dichtlievend gezelschap onder de nooit gebruikte zinspreuk: ‘Utile Dulci’. Deventer (A. ter Gunne) 1883. Het tweede voorbeeld: In de korte driestemmige canon KV 559 schrijft Mozart in 1788 een zelfde soort nep-Latijn, die, indien hardop gezongen of voorgelezen, een Duits schunnig gebod laat klinken: Difficile lectu mihi mars et jonicu difficile.
Ik beken vlijtig schuld hier: ook ik ben eerst gaan zoeken in het woordenboek naar een andere betekenis voor mars dan de godheid. Spaart u zich de moeite: de schunnige joligheid klinkt bij vlotte lezing van de woorden “lectu mihi mars” al snel door. Juist! Hier klinkt die veelgebruikte Duitse perianale verwensing door, die Ten Kate snedig uitdrukt in het Latijnserige “gatlikkabo”. Mozart en Ten Kate hebben met elkaar gemeen dat ze een in veler oortjes vuigheid in de vorm van “iets hogers” gieten: het voor rooms-katholieke missen en doktersrecepten geëigende Latijn combineren ze met geile platheid. Die ongelijkheid in registers is dan ook precies het karakter van deze versjes: schunnige joligheid.
Idee 3
Terwijl de economische expansiedrift in China een zelfde gretigheid toont als de grootte van de vertrouwde afhaalmaaltijden, groeit de democratische deficiëntie in deze eenpartijstaat. Het kan haast niet anders dan dat eens de Chinese ingezetene niet meer met brood en spelen genoegen neemt: naarmate zijn welstand stijgt, stijgt zijn kennis van het buitenland en zal hij meer invloed op de eigen staatsinrichting willen hebben.
Als een steeds grotere groep Chinezen niet langer tevreden is met de eenpartijstaat, zal zij de communistische partij op haar weg vinden, wat zich ook economisch vertaalt. De vraag is niet, wanneer dit gebeurt, maar hoe dit gebeurt: revolutionair of evolutionair.
Het valt te vrezen dat het niet zonder slag of stoot zal gaan: een kleine twintig jaar geleden rolden gepantserde voertuigen over het Plein van de Hemelse Vrede. Gelukkig voor de wereld bestaat Taiwan nog, al schijnt de wereld dat niet te beseffen. (geschreven 2008)
Idee 4
Schoonmaken heeft een onderschatte therapeutische werking. Daarom weer en meer: schrobben, boenen en kloppen. De hemel verdient men er niet mee; wel een schone stoep en een zindelijke geest. Hollands zin voor zindelijkheid toonde zich ooit in met woede en groene zeep geschrobde stoepen. Dat is jammergenoeg voorbij. Zelfs de groene zeep heet nu “zachte zeep”. Geen idee waarom: de zeep is er niet zachter op geworden en ze is nog even groen als voorheen.
Het verwaarlozen van poetsdrang biedt op het eerste gezicht ook voordelen: men heeft, lijkt het, meer tijd. Maar dat is niet waar: een potje woedend mattenkloppen levert meer geestelijk en lichamelijk voordeel op dan een avondje voor de treurbuis hangen. Bovendien hoeft de mattenklopper niet meer naar de sportschool.
Overdrijven kan ook, zoals de Bond van Fiere Huisvrouwen, die hun levenszin alleen in blinkend gepolitoerde tafels willen zien schitteren. Het leven gaat over kunst, wetenschap en vriendschap; niet over chloor, spons en stofzuiger. Een verstandig mens laat zich niet voorstaan op zijn schone stoep. Hij geniet ervan.
Mocht het leven u voor een probleem stellen, waarvoor geen klinkklare oplossing is: ga matten meppen, schrob de vloeren, schuur de pot. De mattenklopper garandeert het beste effect: het gemoed en de mat luchten ervan op. Men legge de mat met de bovenzijde naar beneden en heffe de klopper; de dofdonkere holle weerklank dendert tegen de buurgevels: ”Schoon zul je, kreng!”
Idee 5
Culturele identiteit vindt haar definitie in reflectie. In wetenschap en kunst spiegelt het eigene zich en herkent zich deels wel of niet in het andere. Het is daarom aan te nemen dat Erik Pinksterblom en Alice in Wonderland elkaar kennen: het verschil tussen een spiegel en een schilderij bestaat niet als je de wereld achter de lijst binnenstapt.
Idee 6
De kassabon moet een bon voor een levensgezel worden. De in de supermarkt aangekochte producten zeggen niet alleen iets over iemands bestedingsruimte, ze getuigen nog meer van iemands burgerlijke status, geslacht, kookkunsten, en, soms al te pijnlijk, intelligentie.
Als een pafferige man van vijftig de kassaband volstouwt met industrieel voorbehandelde producten, zoals opwarmpizza’s, knakworsten in blik of mierzoete limonadedranken in plastic flessen is de kans klein dat hij een wederhelft heeft of er moeten ook Belinda – sigaretten naast liggen. Als dezelfde boodschappen door een nette maar toch wat gehaaste jongenman worden gekocht, is de kans groot dat hij student is.
In dat licht bezien zou het slimmer zijn, iemands partnerkeuze door de gescande kassabon te laten bepalen. Het moet informatietechnisch gezien een kleine moeite zijn, de eigen leeftijd en het eigen geslacht aan de gewenste leeftijd en het gewenste geslacht te koppelen op grond van overeenstemming in aankoopgedrag. Ziehier, de supermarktkassa werkt beter dan elke internet-dating-site.
Idee 7
Als de wegen niet verhard,
De dijken niet verzwaard en
Het vuilnis niet opgehaald,
Was libertariër zo gek nog niet:
“Van mien erf! En vlug wat!”
Dan toch maar…: belasting.
“En nou opgesodeflikkerd!”
Idee 8
Lieden uit de business-, public relations- en consultancy- wereld hebben het werkwoord communiceren overgankelijk gemaakt. Of deed een hoogleraar Latijn & Grieks het?
Ongeveer een klein decennium moet het voor het eerst gebeurd zijn dat iemand belangrijks het onvoorstelbare voor het eerst op de televisie uitsprak: “We hebben dat gecommuniceerd.” Vermoedelijk zal het wel iemand zijn geweest die iets met consultancy of business deed: deze mensen spreken een onnavolgbaar jargon waarmee ze zich boven het grauw dat niets van centen begrijpt, verheffen. Hij of zij was daarom heel belangrijk en het klónk ook zo lekker: een boodschap, een afspraak, een tijdstip communiceren. We communiceren wat af!
Het kan ook anders zijn gegaan: in een belangrijk college Klassieke Talen gebruikte uit balorigheid een hoogleraar het Latijnse communicare letterlijk, al druiste het wat in tegen het Nederlandse taalgevoel dat volstrekt niet gewend was aan een overgankelijk werkwoord communiceren. De studenten namen het over en weldra deed het volk het ook. In het eerste geval is het anglicisme en in het tweede een latinisme.
Ik vermoed dat de eerste verklaring het best de verwordingsgeschiedenis van communiceren beschrijft: “iets communiceren” is gemunt door slinkse voorlichters die weinig letters genoten hebben. Hoe dan ook, deze nieuwigheid vindt Van Dale in 2008 in orde. “Iets communiceren” kan inmiddels ook bij Van Dale. Waarschijnlijk heeft de Van Dale-redactie even gebeld -o nee, “gecommuniceerd” natuurlijk!- met de mensjes van de Taalunie: die willen den volke ook niet voorschrijven hoe het moet denken over taalgebruik of spelling.
De Taalunie heeft het grootste gelijk: taal is tenslotte iets van de communie; taal is het communicatiemiddel en als we dat goed communiceren, hebben we dat ook weer afgecheckt.
Ik doe niet mee! Hierbij verklaar ik officieel dat “communiceren” intransitief is. Zo, dat is dan weer meegedeeld.
Idee 9
Googlo ergo sum
Idee 10
Drie dingen, die in het gebruikelijke gebruik, het leven vergeten of waarin wij ons zelf vergeten:
– veel van wat de commerciële omroepen uitzenden;
– de inhoud van vele gratis krantjes in de trein;
– berichtjes in snel-tik-diensten zoals msn en twitter.
Het krantje blijft als voetenleggertje op de bank nog het langst bewaard. Met dank aan de vriendelijke conducteur.
Idee 11
Barbie moet dood. Na meer dan 50 jaar lonken, flemen en tergen als buigzame plastic hoezenpoes heeft zij de brandstapel verdiend: 50 jaar lang jonge meisjes voorhouden dat twee meter lange benen, borsten als punttaartjes en insectenogen omrand met slierthaar de norm zijn, getuigt van seksueel terrorisme. Aangezien het hier een rolmodel in plastic betreft, is vuur de beste oplossing: het idee lost smeltend op; hersenen had ze toch al niet.
Barbies freubelvriendje Ken wil ook graag in rook opgaan: hij wil niet langer voor piemelloze, opgepompte glitterman spelen.
Idee 12
Als zelfs knorrige kabinetsleden al met de snelberichtendienst Twitter hun zogenaamde hyper-hipheid willen aantonen, zonder enige redactionele schroom, geldt:
getwitter – getwetter – getwatter.
(Met dank aan Maxime V.)
Idee 13
Zoals alle autorijders in hun afgesloten rijtuig alle medeweggebruikers de hel wensen, zo zingen alle motorrijders heimelijk in hun helm. Niet alleen zijn daarmee motorrijders betere weggebruikers en betere muziekliefhebbers: ze zijn ook “gewoon” prettiger in den omgang. Laten we eerlijk zijn voor de verandering!: Motorrijders hebben welbeschouwd niet zozeer een groter risico in het verkeer, zij hebben vooral een groter invoelingsvermogen dan de kudde der blikjesrijders.
Idee 14
Huizen bouwen in natuurgebieden staat per definitie op gespannen voet met natuurbehoud. Zelfs dan, als er maatregelen worden getroffen om de schade weer “goed” te maken, zoals moestuintjes die bloeien bewonersafval. Niet-vervuilende menselijke bewoning is alleen denkbaar als gesloten, zelfvoorzienend systeem. Zulke systemen zijn niet uitgevonden en zullen niet uitgevonden worden. Daarom zouden bepaalde gebieden terrae inviae, ontoegankelijke streken, moeten blijven.
Idee 15
“Symbolisch koningschap” is een witte schimmel, een pleonasme: een koning is per definitie een symbool. Symbolen zijn nuttig en allesbehalve zin- of inhoudsloos. Dat denken sommigen wel eens; vooral zij die onbekend met of afkerig zijn van geritualiseerde, versteende gebruiken. Simpel gezegd: zonder riten geen non-riten, zonder geraamte geen vlees, zonder grond geen bouw.
Het staatshoofd in de Thorbeckiaanse staatsinrichting is geen zinloos symbool. Het is de staatsrechtelijke biechtvader of spiegel voor de minister-president. Koningin Juliana noemde zichzelf dan ook in een briefje aan Den Uyl met trefzekere geestigheid “uw praatpaal”: slechts onervarenheid van de eerste minister of een te grote neiging tot slippendragerij maakt hem onbekwaam in de bespiegelingen met het staatshoofd. Als de minister-president geen koninklijke staatsrechtelijke biechtvader meer zou hebben, zou daarvoor een andere staatsraad in de plaats moeten komen. Maar wie?
Het inrichten van een ceremoniëler koningschap verschuift de kernvraag: in welk ongecodificeerd staatsgebruik komt dán de symbolische meerwaarde en invloed van de biechtvader te liggen? Het lijkt mij geen “oplossing” voor iets wat sommigen als een probleem ervaren, namelijk: de biechtvader is niet gekozen, maar geboren in zijn ambt.
Ooit had iemand de slimme gedachte om juist dit argument om te draaien en te stellen dat dit geboren worden in een functie ook nuttig zijn kan: juist iemand die niet verkozen is, die zich niet heeft moeten opwerken in het dolmakende spel dat politiek heet, is bij uitstek geschikt als staatsrechtelijk biechtvader.
Voorshands staat Thorbeckes systeem, met alle organisch gegroeide correcties daarop, recht overeind; nieuwe wetgeving zal geen democratischere regering opleveren, als we daar al behoefte aan hadden.
Idee 16
Het Leidse Academiegebouw is gerestaureerd. Dat moest ook: het dak was aangevreten door kevers. Maar het is niet bij een technische restauratie gebleven, het is ook verbouwd en heringericht. Onderstaand idee gaat alleen over dit laatste en dan met name over de nieuwe meubels.
Allereerst enkele positieve, gelukte kanten: de balken en muren van het Klein Auditorium op de eerste verdieping zijn herbeschilderd in een soort quasimiddeleeuws, gotisch patroontje, dat zijn historische rechtvaardiging vindt in hervonden originele muurbeschilderingen. Lichtelijk zoet, maar gerechtvaardigd. Ook verdient de eregalerij van borstbeelden in wat vroeger buiten was, een glimlach. Dat alles is met liefde en goede zin voor esthetiek gedaan; een aanwinst.
Maar dan de Ikea-invloed! Daaronder valt de inrichting die zo verrassend in ontwerp en zo handig in het gebruik wil zijn en bijgevolg sneller verouderen zal dan een geplukte appel. Deze invloed is onontkoombaar en begint al bij aankomst: de bruin omrande mededelingsborden (Geen rijwielen plaatsen!) en de houten klapdeuren uit de dertiger jaren zijn weggegooid. Ze waren blijkbaar niet functioneel genoeg naar de zin van de binnenhuisinrichter. Kaal gestuukte wanden moeten nu de bezoeker een authentieke gewelvensfeer meegeven; de strak in staal uitgevoerde omlijstingen van de doorgangen ondersteunen deze zin voor gemaakte soberheid, waar alleen het Boeddhabeeld en de geurkaars ontbreken.
Deze zoete en tegelijkertijd zo praktische invloed laat zich het sterkst gelden in het botte feit dat álle negentiende-eeuwse collegebanken op de eerste verdieping verdwenen zijn. Waar zijn ze gebleven? Op de vuilnisbelt, op Marktplaats? In het Klein Auditorium zit het publiek nu op verchroomde, lui zittende stoeltjes; niet een houten collegebank is blijven staan.
De voorheen intensief gebruikte collegezaal van burgerlijk procesrecht was een imponerende ruimte met kerkbanken en een podium voor de docent. Nu is deze zaal op hoogtijdagen een grote verkleedkamer voor professoren en als deze er op alledaagse dagen niet zijn, hangen hun toga’s op knaapjes in glazen vierkante kasten. Ten spijte van de stadhouderlijke schilderijen die uit de bibliotheek zijn gehaald (daar hangt nu niets meer), bekritiseert deze in Ikea-verhulling gestoken vitrinezaal het academisch decorum: toga’s horen in een museum met “spotlicht” (in alle betekenissen).
Waarom moest het onderwijs uit het hart van de universiteit verdwijnen? Waarom is de herinrichting aan de binnenkant niet wát terughoudender uitgevoerd, met meer eerbied voor eerdere inrichtingen? Waarom hebben modieuze argumenten ten behoeve van de uitbating van het gebouw zo’n grote invloed gehad?
De zogenaamde representativiteit waar een bezoeker nu op vergast wordt, in goed Nederlands “design”, is de standaard van Ikea-kabouters die de arbodienst willen plezieren. De restauratie van het Academiegebouw en dan met name ook van het dak is in technisch opzicht kundig uitgevoerd en stemt vrolijk. Echter, de Ikea-invloed op de binnenhuisinrichting is droevig. Ik mis mijn streng zittende collegebanken, waar studenten college kregen van professor Meijers, de ontwerper van het Nederlands Burgerlijk Wetboek.
Ik mis ze heel, heel, heel erg. (geschreven 16 oktober 2009) Dit idee is verschenen in het Leids Unversitair Weekblad Mare op 22 oktober 2009.
Idee 17
Multatuli vormde diens idee 104 aldus:
– ‘Meent ge een genie te zyn?’
– ‘Ja.’
– ‘Die onbeschaamdheid is te geniaal om u niet te geloven.’

Deze stichomythie (met dank aan Leeman en Braet) laat zich eenvoudig herschrijven:
– ‘Meent ge een genie te zyn?’
– ‘Neen.’
– ‘Die bescheidenheid is te geniaal om u te geloven.’
Idee 18
Vertalen is altijd hertalen.
Idee 19
Uranium in Iran: Iranium
Idee 20
Feestboek, Gezichtenboek, Kinderplaatjes-boek,
Kletsboek, Ratel-reutel-keutelboek,
Invallen-boek, Gedachteschetenboek,
Niet-dagboek-boek, Narcissus-boek,
Neplevenboek, Nep-gezichtenboek, Niet-feestboek.
Onboek.
Idee 21
Het wegvallen van het grammaticaal geslacht in het Nederlands zal de zaken versimpelen:
Die meisje, die / die jongen, die / die vrouw die – die is allemaal goed.
Heh, wat heerlijk, lekker simpel!
Idee 22
Het wegvallen van het grammaticaal geslacht in het Nederlands zal zorgen voor herhalingen of nopen tot een andere volgorde:
“De jongen en dat meisje, dat ik een net een kwartier eerder had gezien, liepen verder.” moet dan wel zoiets worden als:
“Die jongen en die ene meisie liepen verder en ik had net die ene meisie een kwartier eerder gezien.”
Idee 37
Privatisering van overheidstaken leidt tot nieuwe, althans andere overheidsuitgaven.
Idee 38
Waar het onderwijs afgeschaft is, wordt het zwaar waden door onwetenheid.
Idee 39
Waar de regering op de algemene culturele vorming beknibbelt, zal de volgende het gebrek niet in een keer kunnen verhelpen. De eerste zal het dan een zorg zijn: haar mannetjes ziten bij de kachel.
Idee 40
Elke politicus wordt per definitie verdacht van een intellectuele lichtheid: denken is niet zo politiek.
Idee 41
Waarom de Regering mensen op posten zet, waarvan zij nooit kaas gegeten hebben, kan slechts de kaas weten.
Idee 42
Democratie de façon Hollandaise contemporaine: van gedogen tot gelogen.
Idee 43
Standenmaatschappij de façon de Klemens Wenzel von Metternich: Tsja, ach, ik weet niet, gaap, ach oooeee. Neen.
Idee 44
Dictatuur de façon stalinienne/hitlerienne: Rennen!
Idee 45
Oligarchie: O schoonmoeder, wilt u nog een kopje thee? Dan bereid ik alvast de gifcapsuul.
Idee 46
Monarchie: iets voor de Fransen.
Idee 47
Directe democratie per knopdruk: dit gaan glad nie werk nie! Welke knop? Twitter? Mailtje? Briefje? Sms? En met welke knop stemmen wij over welke knop? De urn?
Idee 48
Het gebod om zich voort te planten zou nu wel beter uitgelegd kunnen worden met: houdt u in!
Idee 49
Het hele idee om zich ter hoogte van Nederlands breedtegraad te vestigen grenst aan het dolle: koud, waterig en altijd zeerovers. Denkt u zich in: u bent een Batavier. U bent zojuist in dit paradijs binnen en dan? De hele dag hout sprokkelen voor het vuur, de hele dag wilde zwijntjes jagen voor het vlees, de hele dag ooft plukken voor de vitamientjes… En dan, ook nog een kind? O, helaas, zojuist is uw terp overstroomd en meldde zich een Viking. Ach nee: het is zwoegen, sappelen, kopinslaan.
Idee 50
Om recht te doen aan ons volkskarakter zou een standbeeld van Julius Civilis, de Bataafse rebel tegen de Romeinen, uitgerust moeten worden met een oranje opblaaskroon.
Idee 51
De kassière die de klant met één product in de hand begroet met “Deze wordt het?” verdient ter plekke een ferme terechtwijzing gelijk een klap in het gezicht, niet alleen vanwege de povere verwoording, de rammelende grammatica van het verwijswoord “deze”, niet alleen omdat het bevragen van het situationeel overduidelijke tergend werkt, maar vooral omdat de vraag met even veel recht had kunnen luiden: “Hoe durft u met dat ene ding bij de kassa te komen? Komt u maar terug als u méér hebt!”
Idee 52
Het grondwetsartikel inzake de inhuldiging des Konings in de versie van 1815 laat vermoeden dat het aan het begin van de 19de eeuw dikwijls mooi weer moet zijn geweest of dat men voor geen buitje vervaard was, nu de plechtigheid in de buitenlucht plaats heeft. Citaat grondwet, versie 1815:
Vijfde Afdeeling. Van de inhuldiging des Konings.
Artikel 52.
De Koning wordt bij het aanvaarden der Regering plegtiglijk beëedigd en ingehuldigd, in eene openbare en vereenigde zitting der beide kamers van de Staten-Generaal, welke te dien einde onder den blooten Hemel gehouden wordt; in tijden van vrede heeft deze plegtigheid plaats beurtelings te Amsterdam en in eene der steden van de zuidelijke Provinciën, ter keuze des Konings.
bron: http://nl.wikisource.org/wiki/Grondwet_voor_het_Koningrijk_der_Nederlanden_(1815)
Idee 53
Het bestaan van een “papa emeritus” (een paus met verdienste) naast een “papa emeriturus” (een paus die het nog verdienen moet) stelt de deelbaarheid van Christus’ vertegenwoordiging op aarde in de praktijk vast. Dit feit scheert en schuurt langs de dogmatische vraag van het monotheïsme.
Idee 54
Homo sapiens: een intergalactische soa.
Idee 55
Het leven: een geschonken opdracht, een bevel zonder weerga.
Idee 56
De verplichting om op de seconde precies te bidden, zoals deze op sommige Islamitische webstekken in de vorm van vaste gebedstijden wordt doorgegeven, waarbij zelfs tussen bijvoorbeeld Amsterdam en Den Haag twee minuten verschil wordt gezien, stelt de Mohammedaan in dit gps-gestuurde tijdperk voor fundamentele en prozaïsche vragen – je zult maar nét op de snelweg rijden.
Idee 57
Denkend aan Kniertje: De chocola wordt duur betaald!
Idee 58
Denkend aan Kniertje: Het coltan wordt duur betaald!
Idee 59
Denkend aan Kniertje: De palmolie wordt duur betaald!
Idee 60
De comperatief, en bijgevolg de superlatief, van het absolute bijvoeglijke naamwoord “dood” is als ironisch-cynisch stijlmiddel heel wel mogelijk:
– Is hij dood?
– Jah… Doder kan niet!
– Ojaaaa, ik zie het! Dit is wel de doodste hamster die ik ooit gezien heb.
Idee 61
Gelet op straten en stoepen, zijn zindelijke* buren een uitloopmodel.
* Zindelijk in het Woordenboek der Nederlandsche Taal, betekenis 6: gesteld op reinheid en hygiëne.
Idee 62
Frans: een taal waarin de liefde mannelijk en de maan vrouwelijk! Donc, celle-ci qu’il nous faut étudier!
Idee 63
Dat al het gewetene menselijk is, mag tot existentiële twijfel stemmen en even grote geruststelling.
Idee 64
Het verstand wordt hogelijk overschat; het gevoel eveneens.
Idee 65
Rouwbeklag voor volwassenen in de vorm van knuffelbeertjes lijkt pathologisch geworden in een zich mondain re-ritualiserend tijdsgewricht. — De beren kunnen daar ook niets aan doen.
Idee 66
Politieke opvattingen zijn, in de likjes-mediademocratie, veelal sociaal overdraagbare aandoeningen, welker oppervlakkigheid slechts vaagjes herinnert aan zelfstandige meningsvorming.
Idee 67
Woorden als awkward en chill in een in het Nederlands gevoerd gesprek zijn, in tegenstelling tot het beoogde effect, een duidelijke aanwijzing voor onvolwassenheid, onbeschaafdheid en onkunde, waarmee alleen peuters en scholieren nog enigszins weg komen.
Idee 68
Het tragischte in het alledaagse zijn dingen die kapot of zoek of op raken. Van een grote afstand bezien, gebeurt dat met alles. — Ik zei al, het is tragisch.
Idee 69
Het uitstromen der rechtenfaculteit na college is adembenemend, vooral als schone jongelingen, die toch alleen al op grond van hun stralend en schrander en welbesneden uiterlijk van verstand en geestigheid en puik oordeelsvermogen moeten verdacht kúnnen worden van intelligentie, gevolgd worden door gedweeë bakvissen die onnavolgbare en dodelijke woorden als “Ik heb al bij Center Parcs * geïnformeerd” uitkotsen als likkende lava tot beteugeling aller oorspronkelijke gedachten, als castrerende tangen die klotsen als slurpende smorende gloek-gloek-boeien die leien naar lala-land, als, als, als…! O, waanzin! — In voorkomende gevallen is snakken naar asem geoorloofd, zo niet geboden.

* Center Parcs: Ogenschijnlijk een kleinburgerlijke verzameling van huisjes, zwem-, friet- en danskotten, met de kennelijke bedoeling de mensen een zogenaamd vrijafje te geven; in werkelijkheid echter niets anders dan een door hebzucht gedreven geitenboerderij die te veel kost. — Men blijve er verre van.
Idee 70
Evenredig met de wereldwijde migratiestromen groeit de juridische druk om telkens tot herinterpretatie van de zinsnede “met gegronde vrees tot vervolging” te komen, waardoor het begrip “vluchteling”, in de zin van het Internationaal Verdrag betreffende de Status van Vluchtelingen 1951, in beginsel verandert. — Dat kan goed zijn.
Idee 71
Een bril waardoor het gezicht van elke medemens die men niet wil zien, veranderd wordt in een kop van een kat, hamster of schoothond, zou een verbijsterend verkoopsucces zijn.
Idee 72
De kerkgang is in Nederland vervangen door festivalbezoek. Wij belijden onze dans, onze grote dans. Het door deelnemers ervaren voordeel van deze quasi-piëteit is het totale gebrek aan schuld, schaamte en stilte.
Idee 73
Het is nooit geestig om persoonlijke ergernisjes over publieke personen bot te vieren op het wereldwilde web in ironisch-sarcastische hyperbolen, omdat het uiterst gemakkelijk is. Zo kan men met goed fatsoen niet stellen dat: Mart Smeets een groot wijsgeer is, omdat voornoemde nooit neuzelt of kletst of zwetst, omdat hij het gewichtigste knooppunt van alle hoogst belangrijke commentaren op en weetjes over de commentaren op en weetjes over de familie- en vriendenkring van sporters is. — Nee, zoiets kan niet.
Idee 74
“No heaven […] no countries […] no religion […] no possessions…”
Imagine is a song written and composed in an epiphanic state of mind, staring in absolute awe at absolute nothing. One might say, they were as stoned as a bat.
Idee 75
De vrije informatietoegang via het internet heeft niet dié volksverlichting en democratiserende verdieping, laat staan beschavingsstoot, gebracht, welke bij de oprichting der volksencyclopedie Wikipedia was verwacht en verhoopt. Dat is weinig verrassend: zoeken vergt uitgangskennis. Men ga naar school.
Idee 76
In het wereldwijd bewaren van een verantwoord ecologisch evenwicht — met andere woorden: een bestendig evenwicht tussen consumptieve behoeften en natuurlijke bronnen — zal de mens onvermijdelijk falen, omdat de mens als ecologisch onderdeel zichzelf zal moeten matigen, waarop geen enkel bestendig uitzicht bestaat, gelet op de aard van dit wezen, dat zich zonder aarzeling blijft voortplanten in de waan dat het recht op alle gemakken, zoals auto’s, vliegtuigen, verre reizen, maar ook goedkope, industriële gebruiksgoederen, waaronder vlees en kleding (palmolie, soja, katoen, kunststoffen, enz.), onvervreemdbaar en vanzelfsprekend is, zónder de factor natuur te willen compenseren, zolang hij van de vervuiling geen last heeft. — De mens handelt pas als het water hem letterlijk aan de eigen lippen staat.
Idee 77
De kerstgedachte lijkt tegenwoordig voornamelijk in de tuincentra beleden te worden in afgetrokken vormen zoals daar zijn: knipperkransen, spuitsneeuw en bamboebomen. — Welterusten!
Idee 78
Buitengewoon grote religiositeit wordt niét gevoed door piëteit, maar eerder door ketenende wanen, welker mogelijk giftig construct veelal sociaal-economische belangen dient. Bijgevolg zijn de publiekelijk ten toon gespreide uitingen van zulke geloofsrichtingen, in kleding, gedrag of aanbidding, nauwelijks vroom te noemen.
Idee 79
Politici zijn soapspelers op autocue in een door- en doorgerepeteerd mediaspelletje van povere kwaliteit.
Idee 80
Gemalen neushoornhoorn als potentiemiddel; je zou denken dat het ééns uitkomt dat het geen ruk helpt.
Idee 81
Homo antecessor voedde eigen kinderen op en at die van anderen. De tweespalt voeden en eten zit de mens als overlevingswijze en krijgsvoering in de genen.
Idee 82
Het schijnbaar morele gelijk waarmee sommigen het wapen der politieke correctheid in stelling brengen, slaat elke open gedachte-uitwisseling bij voorbaat monddood. Bijgevolg is zulke correctheid het stomste wapen.
Idee 83
Sociale media (bestaan er asociale media?) als Facebook, Twitter, Instagram, enz. bevorderen verdomming, omdat zij meestentijds het reeds bekende en door “vrienden” meermaals bevestigde herhalen tot in de treurigheid en dit met een snelheid die aan buikloop grenst.
Idee 84
Het woord “participatiesamenleving” is een pleonastisch neologisme, dat, op grond van zijn juridische vaagheid en grammaticale stijlloosheid, waarschijnlijk uit het beregende denkraam van een manager is gevallen. Ik leef met hem mee.
Idee 85
“Belediging” behoort niet in het strafrecht, omdat het gevoel “beledigd te zijn” geen publieke genoegdoening nodig heeft: de derde, die buiten het conflict staat, in wiens naam het OM optreedt, heeft niet zó’n duidelijk belang dat een publieke bestraffing van de vermeend beledigende gerechtvaardigd is. Indien men meent van wel, overschat men de corrigerende werking van het strafrecht in dit tijdsgewricht, waarin langs elektronische weg, oneindig gemakkelijk en oneindig veel, de gedachte-uitingen zich kunnen kopiëren, tot op de wilde beesten af. En dat overwegende zou de vermeend beledigde genoegen moeten nemen met een civielrechtelijke actie uit smaad en laster (schadevergoeding). “Opruiing” daarentegen, het delict waarbij duidelijk derden betrokken worden, is reeds strafrechtelijk bedreigd. — En trouwens, je beledigd voelen is werkelijk, heel, heel, héééél tuttig.
Idee 86
Gelet op woord- en onderwerpkeuze deelt de NOS-redactie haar personeelsleden met die van Viva en Vriendin. – Heerlijk pathetische niemendalletjes ter vermaak zonder lering, maar persoonlijk. Zeker. – Suikerspinnenzoet in de jij-vorm, gif om te slapen terwijl de wereld woedt.
Idee 87
Het klopt dat ik iedereen die “wij” in de mond neemt, als sprake hij in mijn naam, een sok in de mond zou willen stoppen. Het is alleen dit nuchtere besef dat er geen beginnen aan is, omdat deze wij-pestilentie te wijd verspreid is. “Wij” moeten eens ophouden voor een ander te willen denken en spreken, zou ik bijna geschreven hebben.
Idee 88
De Europese Raad is een anomalie in het Europese staats- en bestuursrecht, welker bestaan de Europese Unie in haar kinderschoenen kenmerkt en wel hierom! De Raad is een mede-uitvoerend orgaan van de EU geworden, naast de Europese Commissie, terwijl hij bedoeld was als onderonsje voor nationale regeringsleiders, “om de boel vlot te trekken”. Echter, puur en alleen al uit het bestaan van twee uitvoerende organen blijkt het democratische en legitieme tekort binnen de EU, dat op de langen duur verlamt: de organen concurreren met elkaar, om invloedssfeer en doorzettingsmacht.
Naar Nederlandse verhoudingen vertaald zou dit betekenen dat het dagelijks bestuur der Vereniging van Gemeenten openlijk bekvecht met de nationale regering. Met dien verschil dat Nederlandse burgemeesters op dezelfde manier zijn aangesteld; regeringsleiders van de Europese lidstaten zijn regeringshoofden geworden dankzij geheel verschillende, nationale wetten.
Er ligt één duidelijke oplossing voor de hand die het debat binnen het Europees Parlement en daarmee de legitimiteit van het Europese experiment vooruit helpt: de Europese Commissie weer tot enig uitvoerend orgaan te maken. De Europese Raad kan dan weer worden wat hij was: een onderonsje.
Ook onder die duidelijkere, traditionele staats-bestuursrechtelijke constructie blijft het mogelijk dat regeringsleiders van nationale staten (de Nederlandse burgemeesters in de vergelijking) bij elkaar komen, waar en wanneer zij willen, om “de boel vlot te trekken.”, mocht dat nodig zijn.
Hiermee is niets gezegd over de politiek omstreden onderwerpinhoudelijke soevereiniteitsoverdracht van nationale parlementen naar het Europese parlement: het bovenstaande ontmaskert de Europese Raad als anomalie.
Idee 89
Het bewust afstorten van zwaar radioactief afval in zee, of het bewust afpompen van radioactief water, zoals dit dagelijks doorgaat in de Britse en Franse wateren in de nabijheid van de opwerkingsfabrieken — met medeweten van de betreffende overheden — zal op den duur niet alleen een ecologische ramp worden, maar juridisch bezien, in veler ogen een misdaad tegen de menselijkheid, waarop privaat-publieke vorderingen zullen worden gegrond. Deze toekomstige schadevergoedingsacties tegen de staat, die uiteindelijk toegewezen zullen worden, zullen in het licht van het geleden en het helaas te lijden leed in de vorm van definitief verworven en door te geven erfelijkheidsschade, niets anders dan dan een centje tegen het bloeden zijn.
(geschreven herfst 2016)
Idee 90
Gelet op de opkomst van politici, wier cultuurkapitaal vooral in oppervlakkigheid blinkt, kan gesteld worden dat de representatieve democratie uitstekend werkt: beperkt cultureel ontwikkelde, ideologisch verblinde, cognitief dissonante, zichzelf overschreeuwende, niet door enige kennis geremde geesten verdienen dezelfden. — Hopeloos en representatief.
Idee 91
Het in verenigingsverband belijden van het atheïstisch standpunt, dat wil zeggen, het samenkomen en opnieuw uitleggen, het herlezen van de argumenten die pleiten voor het niet-bestaan van een god, is religieus van aard: religio is het herlezen der schriften, de vergaring.
Idee 92
Mugggen, bavianen, meerkoetjes, horzels, zilver- en papiervisjes, motten, aziatische lieveheersbeestjes, amerikaanse brulkikkers, ratten, stafylokokken, alsmede andere ongezellige dieren, wel of niet aan te duiden als “homines sapientes”, zijn ondermaanse grappen.
Idee 93
Het nieuws is ouds.

(Deze tekstjes stonden eerder als zelfstandige bladzijde op deze webstek)

Auteur: Emile van Brakel

germanist

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *