Jan Pelgroms retortengraf

Eerst dacht ik dat het een komma was, maar het is een retort, een scheikundig instrument. Het beeld is gebeiteld op de deksteen van Jan Pelgrom Philipszoons graf in de Hooglandse Kerk te Leiden. Pelgrom had blijkens het grafschrift nog een appeltje te schillen met zijn voormalig werkgever, de universiteit:

Chemiekonst met gevaaren,
heb ik ruim dertig jaaren,
Beoefend en met vlyt,
Volvuurs, myn geestvermogen,
By nooit verveelend poogen,
Aan het RETORT gewyd.
’K heb ja, myn loon genooten,
’K zeg dit met dankbaarheid
Maar dat ik ben verstooten
Door de Universiteit,
Dat heb ik vaak beschreid.

Jan Pelgrom PHZ.
Overleden den 18
Begraven den 23
November 1801
Oud ruim 66 jaar

Meteen dacht ik aan persoonlijke vetes en tegenstellingen, wellicht wortelend in politieke tegenstellingen: ook in Leiden broeit het tussen prinsgezinden en patriotten aan de vooravond van de Franse Revolutie. De geboortedatum van Jan staat niet vermeld, maar het jaar valt te berekenen: 1735. Nu heb ik niet meer in een universitair werknemersarchief gezocht (als het nog bestaat), maar hij moet rond zijn vijfentwintigste levensjaar aangesteld zijn als dienaar in het laboratorium. Als hij wordt ontslagen in 1790 is hij 55.

Het proefschrift van Ronald Sluijter met de titel “Tot ciraet, vermeerderinge ende heerlyckmaeckinge der universiteyt: bestuur, instellingen, personeel en financiën van de Leidse Universteit, 1575-1812”, verschenen in 2004, meldt dat de dienaar van het chemisch laboratorium Jan Pelgrom is ontslagen wegens een arbeidsconflict met de prefect van het laboratorium en hoogleraar in de scheikunde, Florentius Jacobus Voltelen. Een conflict dat terug te brengen is tot de even banale als wezenlijke vraag: wie krijgt de entreegelden van de  lezingen? De professor of de assistent? – Daar hadden de hooggeleerde Votelen en de bediende Pelgrom toch uit kunnen komen, zou je denken. Daar moet méér aan de hand zijn geweest.

Zou het toch ook niet in de politiek sfeer hebben gelegen? Was Jan prinsgezind of patriot en Voltelen het omgekeerde? Aan de universiteit werkten zowel patriotten als prinsgezinden. De voorganger van Voltelen, Gaubius was lijfarts van de stadhouder en denkelijk dan ook prinsgezind, maar over Voltelens politieke gezindheid lees ik niets. Uit het grafschrift valt niet op te maken waarom hij nu verstoten is. Heeft Pelgrom niet kunnen voldoen aan Voltelens professionele maatstaf? Dat lijkt niet voor de hand te liggen met 30 jaar ervaring. Misschien heeft Jan de prefect tegengesproken, beledigd na een vraag om loonsverhoging; het kan.

Jan is met zijn bitter verhaal de eeuwigheid ingegaan. Voltelen was hem al voorgegaan.

Bronnen:
Ronald Sluijter: Tot ciraet, vermeerderinge ende heerlyckmaeckinge der universiteyt: bestuur, instellingen, personeel en financiën van de Leidse Universteit, 1575-1812. Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2004.

Erik Halbe de Jong: Weldenkende burgers en Oranjeliefhebbers. Patriotten en Prinsgezinden in Leiden 1775-1795. Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2014.

Voltelens levensschets op de Duitse Wikipedia:
https://de.wikipedia.org/wiki/Florentius_Jacobus_Voltelen

Vertalen is omdenken

Literair vertalen is een ambacht: vertaalmachines hebben per definitie geen begrip van de tekst. Vertalen, hertalen, herschrijven is pas- en meetwerk op de millimeter.

Weinigen begrijpen wat literair vertalen inhoudt. De meeste mensen, en dat is werkelijk het overgrote deel, hebben een stuitend naïef beeld van dit ambacht. Zij denken, je hebt tekst a en dat wordt tekst b; een kind kan de was doen. Ja, waarom zijn menselijke krachten eigenlijk nodig, waarom zetten we Google Translate er niet op? Wel, voor hen leg ik het nog één keer uit aan de hand van een van de alleraardigste opdrachten die ik tot nu toe heb verricht, namelijk de vertaling van de oratie van mw. prof. dr. A.B. Wessels, hoogleraar Latijnse taal- en letterkunde.

Een volzin luidde in het eerste werkdocument als volgt: In der folgenden halben Stunde möchte ich zeigen, dass eben diese Grenze in der römischen Theaterkultur der Kaiserzeit bedroht war und dass die immer fließender werdenden Übergänge zwischen Kunst und Wirklichkeit ein moralisch vertretbares ästhetisches Vergnügen am Schrecklichen nahezu ausschlossen.

Om eerst aan te tonen dat een automatische “vertaling” een waardeloze omzetting is,  gooi ik de zin door Google Translate: In het volgende half uur wil ik laten zien dat deze zelfde grens bedreigd werd in het Romeinse theater cultuur van het rijk, en dat de overgangen steeds meer vervagen tussen kunst en werkelijkheid uitgesloten een moreel aanvaardbaar esthetisch plezier op bijna verschrikkelijk. *

Dit is erg! Vertaalprogramma’s hebben (nog steeds) moeite met het elementairste: zelfs kleine kinderen begrijpen intuïtief wat talig bij elkaar hoort. “Übergänge zwischen Kunst und Wirklichkeit” is één gedeelte, maar Google trekt het uit elkaar, waardoor de betekenis sterk verandert. Wat is “op bijna verschrikkelijk” meneer Google? En waar is de keizer trouwens gebleven? Conclusie: machinale vertalingen zijn alleen voor vermaak geschikt. Voor een vertaling is begrip nodig van de te vertalen tekst, iets wat een machine nooit heeft. Google Translate begrijpt niets van Romeinse theatercultuur, al mag een gebruiker nog zoveel over dit onderwerp vinden via deze zoekmachine.

Een van de eerste hobbels in het vertalen die ik hier genomen heb, was het in het Duits zo gemakkelijk klinkende zinsdeel als “ein moralisch vertretbares ästhetisches Vergnügen am Schrecklichen“. Waarom maak ik daar niet van “een moreel verdedigbaar esthetisch genot in het vreeswekkende”? Nou, niet alleen klinkt en bekt zo’n letterlijke vertaling niet, omdat zij idiomatisch uit de bocht vliegt (genot in of aan of van het vreeswekkende?) zij is ronduit ondeugdelijk, omdat de Nederlandse toehoorder (een oratie is een gesproken tekst) niet meer de inhoud zal kunnen vatten. Hij zal zich nog wel over het aarzelende genot in of aan of van het vreeswekkende willen heen zetten, maar door de opeenhoping van de bijvoeglijke naamwoorden (verdedigbaar en esthetisch), voorafgegaan door een bijwoord (moreel), die allemaal in hun vorm in dit geval hetzelfde zijn, zal hij ter plekke moeten beslissen, wat hij hoort: hoor ik iets over een esthetisch genot dat moreel verdedigbaar is of hoor ik iets over een verdedigbaar genot van morele aard, dat bovendien een zekere esthetiek heeft?

Kortom, dit is te lastig, dit werpt teveel vragen op. Geslecht heb ik deze hobbel door korte bijvoeglijke bepalingen achter het hoofbegrip “genot” te zetten in de plaats van de bijvoeglijke naamwoorden; bepalingen die zich voegen in de natuur van het Nederlandse idioom, hier de clichés “genot beleven aan” en “moreel gezien”. Dat wordt dan in een eerste, nog tamelijk letterlijke werkvertaling als volgt: In het volgende halve uur zal ik trachten aan te tonen dat nu juist deze grens in de Romeinse theatercultuur tijdens de keizertijd werd bedreigd. En dat bijgevolg de voortdurend vloeiender wordende overgang tussen kunst en werkelijkheid, een esthetisch genot, beleefd aan het vreeswekkende, moreel gezien welhaast uitgesloten was. En dan pas komt het echte werk!

Keizer Nero — Auteur: Shakko. Bron: Creative Commons, Wikipedia.

Kijk, zo’n eerste werkvertaling gaat terug naar de opdrachtgever en dan overleg je met elkaar, waarbij je heel veel naslaat in woordenboeken, in nieuwe en oude, online en offline natuurlijk, want nee, niet alles staat op het wilde web. En –ik geef het grif toe– je praat in jezelf! Ja natuurlijk! Je bent voortdurend met jezelf in gesprek. Hoe klinkt dit? Begrijp ik zelf het nog? Kan ik het uitspreken? Is het ritmisch in orde? In het geval van het vertalen van Duits komt het er veelal op neer dat je zinsdelen moet verschuiven, dat je van een substantivische naar een verbale stijl moet overschakelen.

Uiteindelijk, na 22 versies, na intensief overleg, was in dit geval het resultaat als volgt: In het volgende halve uur zal ik trachten aan te tonen dat juist in de Romeinse keizertijd, in de eerste eeuwen na Christus dus, de overgang tussen kunst en werkelijkheid bijna vloeiend werd, waardoor elk nog moreel verdedigbaar genot, beleefd aan het vreeswekkende, nagenoeg uitgesloten was.

Is dit nog een vertaling? Nee, dit is meer. Dit is het resultaat van schuiven, meten, passen in samen-
spraak met en op aanwijzing van de opdrachtgever. Sommige informatie-elementen zijn weggelaten, omdat de context dat toeliet, of omdat zelfs het gehele betoog bij nadere beschouwing daarom vroeg. Er is in de laatste versie geen sprake meer van “bedreigde grenzen in een theatercultuur”. Dit omdat het scherper bleek om het doorslaggevende punt, zonder voorbehoud, naar voren te halen. Dat punt is dat in de gehele Romeinse samenleving ten tijde van de keizers de overgangen tussen kunst en werkelijkheid steeds vloeiender werden. Het wás een door en door-getheatraliseerde samenleving.

Vertalen, hertalen, herschrijven is pas- en meetwerk op de millimeter, waarbij je soms zelfs een andere metafoor kiest dan de oorspronkelijke, of verder uitwerkt, juist om de achterliggende gedachte beter uit te laten komen in het nieuwe talige landschap, dat daar soms regelrecht om vraagt.

Een andere taal denkt hetzelfde om.

* Maart 2017 meldt Google dat het zijn vertaaldiensten verbeterd heeft. De lezer het oordeel!:
“In het volgende
half uur wil ik laten zien dat deze zelfde grens in het Romeinse theater cultuur van het keizerrijk werd bedreigd en de toenemende vervaging steeds overgangen tussen kunst en werkelijkheid vrijwel uitgesloten elke moreel aanvaardbaar esthetisch genot bij Terrible.”

* April 2018. Het blijft behelpen:
“In het volgende half uur zou ik willen aantonen dat deze zelfde limiet werd bedreigd in de Romeinse theatercultuur van het keizerlijke tijdperk, en dat de steeds vloeiendere overgangen tussen kunst en werkelijkheid bijna een moreel aanvaardbaar esthetisch genoegen in de verschrikkelijke tijd beletten.”